Ingrepen

Als vasculair chirurgen zijn we zeer bedreven in de diagnostiek en behandeling van uiteenlopende vasculaire problemen. We streven altijd naar een kwalitatieve behandeling op maat van de patiënt maar toch steeds met voldoende aandacht voor innovatieve technieken.

Acceschirurgie

Binnen de accesschirurgie gaat het erom een ‘toegangsweg’ te creëren bij een patiënt voor bloedafname, medicatie-toediening of langdurige behandeling zoals dialyse of plasmaferese.

Er zijn verschillende situaties waarbij patiënten een toegangsweg nodig hebben, het kiezen van de juiste access gebeurt steeds in overleg met de verwijzende arts.

Hierbij kan het gaan over een PICC catheter, denk maar bij AB toediening in de thuissituatie maar ook moeilijke intraveneuze toegansweg bij kinderen. In andere gevallen wordt gekozen voor een onderhuidse poortcatheter voor het doorlopen van een chemokuur of ook nog een Hickmancatheter.

Bij patiënten die niervervangende therapie nodig hebben, is er de mogelijkheid te dialyseren via een getunnelde dialysecatheter – zeker indien er acuut met dialyse gestart moet worden.

Veelal wordt er echter gekozen om een eigen arterioveneuze fistel aan te leggen. Hierbij wordt een verbinding aangemaakt tussen de ader en slagader van de pols of elleboog. Eens ontwikkeld, kan deze makkelijk aangeprikt worden voor dialyse.

Onder deze noemer valt voor ons ook de plaatsing van pacemakers, wat wij steeds doen op vraag van onze cardiologen.

Arteriële problematiek

Problemen van de slagaders kunnen we grosso modo indelen in twee groepen, zijnde de vaatvernauwingen (atherosclerose) en vaatverwijdingen (aneurysmata). Roken, diabetes, hoge cholesterol, hoge bloeddruk en familiale belasting liggen steeds aan de basis van deze aandoeningen.

De behandeling voor deze problematiek kunnen we opdelen in de endovasculaire (minimaal invasieve) en open (klassieke) chirurgie.

Onder de open chirurgie valt onder andere de behandeling van carotislijden (halsslagervernauwing), bypass chirurgie (overbruggingen) in het kader van ernstig perifeer vaatlijden en aortachirurgie voor behandeling van aneurysmata van de buikslagader.

Echter meer en meer is er een tendens naar endovasculaire behandeling waarbij een bloedvat van binnenuit wordt behandeld (dilatatie of stenting) met minder grote wonden en een sneller herstel postoperatief. De meeste bloedvaten in het lichaam komen in aanmerking voor een endovasculaire behandeling.

Aderverkalkingen in de benen, denk maar aan patiënten met ‘etalagebenen’,  worden vaker op deze manier behandeld. Een belangrijke groep patiënten zijn diabetici met slecht genezende voetwonden. Zij worden multidisciplinair behandeld op de diabetische voetkliniek in het AZ Sint-Jan.

Ook aderverkalkingen op andere plaatsen kunnen endovasculaire behandeld worden zoals ter hoogte van de nieren (bij moeilijk te behandelen hypertensie) , maag en darm (bij abdominale angor) en tenslotte ook de armen.

Aneurysmata van de buik (abdominale aorta) en borstkas (thoracale aorta) worden eveneens frequent via endovasculaire weg behandeld. Het gebruik van – veelal op maat gemaakte- ‘gefenestreerde’ en ‘vertakte’ endprothesen laat ons toe ook de complexe aneurysmata te behandelen op minimaal invasieve wijze.  Voor het uitvoeren van die zogenaamde FEVAR (fenestrated endovascular repair), BEVAR (branched endovascular repair) en FTEVAR (fenestrated thoracic endovascular repair) procedures,  hebben al onze artsen in AZ Sint-Jan een erkenning van het RIZIV, oa dankzij de aanwezigheid van een Hybride zaal in het operatiekwartier.

 

Patiënten die in aanmerking komen voor een dergelijke behandeling, worden bovendien steeds multidisciplinair besproken door het AortaCentrum Brugge van het AZ Sint-Jan.

Veneuze problematiek

Patiënten met beperkt of uitgebreid spataderlijden kunnen bij ons terecht voor een behandeling. Dit kan gaan van een lokale behandeling met aethoxysclerol (‘wegspuiten’) tot echte chirurgische ingrepen waarbij zoveel mogelijk gekozen wordt voor een endoveneuze behandeling (van binnen uit). Waar nodig worden ook nog steeds de klassieke chirurgische behandelingen voorgesteld.

Uiteraard dient niet elke patiënt chirurgisch behandeld te worden en is er voldoende aandacht voor alternatieven.

In dat kader begeleiden wij ook patiënten met lymfoedeem zowel wat betreft de initiële diagnostiek, opstarten van een geschikte behandeling en verdere opvolging.